1 Corinthians 14:29

96) twee of drie

Namelijk om den tijd met profeteren alleen niet door te brengen.

97) profeten

Zie 1 Cor. 14:3,4.

1Co 14.3,4

98) spreken, en dat

Namelijk in de gemeente, en dat bij beurte, 1 Cor. 14:27.

1Co 14.27

99) de anderen

Namelijk die dezelfde gaven van profeteren hebben, of de gave van de geesten te onderscheiden.

100) oordelen.

Namelijk of die profetie overeenkomt met Gods Woord, aan welke alle leringen en openbaringen moeten getoetst worden. Zie Jes. 8:20; Joh. 5:39.

Isa 8.20 Joh 5.39

1 Corinthians 14:32

107) de geesten der

Dat is, de leringen, die de profeten door de gave en ingeving des Heiligen Geestes voorstellen.

108) zijn den profeten

Dat is, staan onder het oordeel van de andere profeten, die hen horen, aan welk oordeel zij ook zich gaarne onderwerpen. Want hoewel deze profetering van den Heiligen Geest, die niet dwalen kan, werd ingegeven, zo werd nochtans niet altijd aan ‚‚n alles geopenbaard, en hetgeen den een geopenbaard werd, dat werd ook dikwijls meer anderen mee geopenbaard. Daar zou ook van enige profeten iets van het hunne daarbij gemengd kunnen worden. Zo moet dan beproefd en geoordeeld worden van de anderen of de profetering ook geschiedt door ingeving des Heiligen Geestes en naar de mate des geloofs. Zie Jes. 8:20; Rom. 12:7.

Isa 8.20 Ro 12.7
Copyright information for DutKant