1 Corinthians 14:34-35

112) zwijgen; want het is

Dat is, openlijk niet spreken tot de gemeente, al zijn zij ook met goede kennis begaafd. Zie 1 Cor. 11:5.

1Co 11.5

113) te spreken, maar

Namelijk openlijk in de gemeente iets te leren of voor te stellen. Zie 1 Tim. 2:12.

1Ti 2.12

114) onderworpen te zijn,

Namelijk den mannen, om van hen onderwijzing te ontvangen. Want die een ander in openbare vergaderingen onderwijst, heeft daardoor enig gezag over of boven dengene, die onderwezen wordt.

115) de wet zegt.

Namelijk Gen. 3:16.

Ge 3.16
116) leren, laat haar

Dat is, van enige leerstukken breder onderwezen worden.

117) haar eigen mannen

Namelijk zo die bekwaam zijn om haar te onderwijzen; anderszins zo mogen zij ook wel in het bijzonder de leraars der gemeente of enige andere eerlijke en beschaafde mannen ondervragen.

118) lelijk voor de vrouwen

Dat is, onbetamelijk, kwalijk passende, omdat daarmede de orde omgekeerd wordt, die God gesteld heeft tussen man en vrouw, en dat zulks ook strijd tegen de eerbare schaamte, die bij de vrouwen behoort te zijn.

1 Timothy 2:12

25) dat zij lere,

Namelijk anderen, in de openbare vergaderingen, gelijk Paulus uitdrukt, 1 Cor. 14:34. Anderszins mogen ook de vrouwen hare kinderen tehuis onderwijzen, gelijk de moeder van Salomo deed, Spreuk. 31:1, ja zelfs ook wel anderen, wanneer de nood of stichting zulks vordert. Zie 1 Sam. 25:24; Hand. 18:26, enz.

1Co 14.34 Pr 31.1 1Sa 25.24 Ac 18.26

2 Timothy 2:5

13) strijdt, die

Namelijk met worstelen, lopen, of dergelijke strijden, die om den prijs werden ingesteld. Zie 1 Cor. 9:24.

1Co 9.24

14) wordt niet gekroond,

Dat is, ontvangt den prijs niet, welke gewoonlijk een gevlochten kroon was.

15) wettelijk heeft gestreden.

Dat is, volgens de bepalingen voor zodanige strijden gesteld; zo hij die niet behoorlijk voldaan heeft.

Hebrews 10:32

63) nadat gij verlicht zijt geweest,

Namelijk eerst, toen gij gelovig geworden zijt, en door den doop de gemeente van Christus zijt ingelijfd. Hoeveel te meer dan, wil hij zeggen, moet gij standvastig zijn en tegen alle verdrukkingen gewapend, nadat gij nu Christus lang hebt beleden en Hem gediend.

Copyright information for DutKant