1 Corinthians 15:12-13

31) gepredikt wordt,

Namelijk van mij en van de andere apostelen.

32) hoe zeggen

Dat is, hoe kan dan bestaan hetgeen sommigen zeggen? Deze vraag brengt mede ene berisping en aanwijzing van de ongerijmdheid dezer dwaling.

33) sommigen onder u

Zo was dan deze dwaling niet der gehele gemeente gemeen, maar sommigen alleen, wier namen niet uitgedrukt worden, gelijk 2 Tim. 2:17, opdat hij hen door hen te beschamen van de bekering niet zou afschrikken.

2Ti 2.17

34) is?

Dat is, wezen zal in de laatste toekomst van Christus.

35) zo is Christus ook

Dat is, zo zal deze ongerijmdheid daaruit moeten volgen, dat Christus niet opgewekt is uit de doden. De reden hiervan is, omdat Christus het hoofd is en de gelovigen Zijne leden zijn, die tezamen ‚‚n lichaam maken. Zo de leden niet levend zouden gemaakt worden, zo zou het hoofd ook niet levend zijn. Want het zou een wanschapen lichaam zijn, waarvan het hoofd zou leven en de leden dood zijn en blijven.

2 Timothy 2:18

57) van de waarheid

Dat is, van de rechtzinnige leer des Evangelies, die zij tevoren beleden hadden.

58) alrede geschied is,

Dat is, dat er dan geen opstanding des vleses zal wezen, en dat al wat de Schrift zegt van de opstanding, verstaan moet worden van de geestelijke opstanding der zielen uit den dood der zonden.

59) geloof.

Dat is, hunne historische kennis en toestemming, die zij gehad hebben van de rechte leer. Zie van zulk geloof Matth. 13:21; Jak. 2:19.

Mt 13.21 Jas 2.19
Copyright information for DutKant