1 Corinthians 15:28
83) onderworpen worden Namelijk afgelegd hebben, niet Zijn goddelijke natuur en macht, maar deze wijze van bediening van Zijn Middelaarsambt, welke Hij, als een gezant des Vaders, alsdan volkomen volbracht en uitgevoerd zal hebben. 84) God zij Namelijk de Vader. 85) alles in allen. Dat is, zijne gemeente voorts door Hem zelf, als ware God met den Zoon en den Heiligen Geest zonder middel verheerlijke. 2 Thessalonians 1:10
18) wonderbaar Dat is, Zijn wonderlijke kracht en goedheid in de verheerlijking zijner gelovigen te bewijzen. 19) in dien Namelijk der openbaring van Christus, gelijk 2 Thess. 1:7. 2Th 1.7 2 Peter 1:16-18
59) fabelen nagevolgd, Namelijk gelijk de valse leraars plegen te doen. Grieks want kunstelijke fabelen niet nagevolgd zijnde, hebben wij u bekend gemaakt, enz. 60) de kracht en de Dat is, de eerste komst van Christus in het vlees, waarin Hij door Zijn leer en wondertekenen krachtig heeft getoond, en de harten der mensen overtuigd, dat Hij de ware beloofde Messias was, inzonderheid ook door Zijn opstanding uit de doden en volgende verheerlijking. 61) van Zijn majesteit. Dat is, van dat proefstuk Zijner heerlijkheid, als Hij voor de ogen van drie Zijner discipelen op den berg werd veranderd, Matth. 17:1,2; gelijk het volgende breder verklaart. Zie Hebr. 8:1. Mt 17.1,2 Heb 8.1 62) van de hoogwaardige Dat is, van de majesteit Gods des Vaders, uit den hemel, die de troon is Zijner majesteit en heerlijkheid. 63) wij gehoord, Namelijk ik Petrus, Jakobus en Johannes zijn broeder. Zie Matth. 17:1. Mt 17.1 64) op de heilige berg waren. Deze berg wordt gemeend geweest te zijn de berg Thabor. Zie de aantekeningen op Matth. 17:1; en wordt heilig genaamd, omdat hij door deze verschijning der heerlijkheid van Christus geheiligd is geweest, gelijk de stad Jeruzalem de heilige stad genoemd wordt, Matth. 4:5, omdat God daar Zijn dienst en heiligdom geplant had. Zie dergelijke Exod. 3:5. Mt 17.1 4.5 Ex 3.5 Revelation of John 15:8
25) de tempel werd Hier wordt gezien op hetgeen in den tabernakel is geschied, Exod. 40:34, welke met een wolk van Gods heerlijkheid in Zijn inwijding werd overschaduwd, zo dat Mozes daar niet kon ingaan; gelijk ook geschied is in de inwijding van den tempel van Salomo; 1 Kon. 8:10. Anderen menen, dat hier gezien wordt op Jes. 6:4, waar door den rook de rechtvaardige oordelen Gods over het volk worden betekend. Ex 40.34 1Ki 8.10 Isa 6.4 26) rook uit de heerlijkheid Dat is, voortkomende uit den troon der heerlijkheid Gods, die met bliksemen, donderslagen, stemmen en brandende lampen, alle tekenen van Gods heerlijkheid, was omsingeld, gelijk die wordt beschreven, Openb. 4:5. Re 4.5 27) niemand kon in Namelijk om deze oordelen Gods nader te aanschouwen of te onderzoeken, daar deze ondoorgrondelijk zijn, Rom. 11:33, en die nadat zij volbracht zijn, eerst ten volle kunnen verstaan worden. Anderen nemen het zo, dat deze sluiting van den tabernakel door den rook van Gods heerlijkheid, na het uitspreken van Gods oordeel over den antichrist en zijn aanbidders, nog betekent een gevolg van Gods oordeel over hen; namelijk dat zij door geen van deze straffen zouden worden verbeterd of tot nadenken gebracht, om deze oordelen tot hun zaligheid, gelijk betaamde, te aanschouwen; maar dat zij daarin meer en meer verblind en verhard zouden worden, en niet eer daarop zouden letten, dan als het te laat zou zijn, wanneer de laatste fiool over hen zou uitgegoten zijn, en zij in het eeuwig verderf zouden gestort worden, gelijk Paulus hiervan nog spreekt, 2 Thess. 2:11,12. Zie ook hierna Openb. 16:9,11. Ro 11.33 2Th 2.11,12 Re 16.9,11 Revelation of John 21:23
48) behoeft de zon Namelijk om daardoor het onderscheid van dagen af te meten, omdat daar geen nacht zal zijn, maar een eeuwigdurend licht, gelijk Openb. 21:24 verklaart; noch ook om ons uitwendig te verlichten dewijl Gods heerlijkheid en Zijn ontoegankelijk licht, dat Hij bewoont, alle andere lichten zal verduisteren; zie deze plaats Jes. 60:19, waar dergelijke wordt geprofeteerd, niet alleen van de tijden van het Nieuwe Testament, vergeleken met de tijden van het Oude Testament, maar inzonderheid van de vervulling die hiernamaals zal geschieden. Re 21.24 Isa 60.19 Revelation of John 22:5
15) aldaar zal geen Zie Openb. 21:23,25. Re 21.23,25 16) zij zullen als Want, hoewel alle gelovigen hier ook koningen en priesters zijn, Openb. 1:6, nochtans zullen zij eerst volkomen als koningen heersen, wanneer al hun vijanden en de dood zelf onder hun voeten zijn gebracht, en God in hen zal zijn alles in allen. Zie Rom. 16:20; 1 Cor. 15:28. Re 1.6 Ro 16.20 1Co 15.28 17) in alle eeuwigheid. Grieks in de eeuwigheden der eeuwigheden.
Copyright information for
DutKant