1 Corinthians 15:5-6

13) Cefas gezien,

Dat is, van Petrus. Zie van dezen naam Joh. 1:43; 1 Cor. 1:12; Gal. 2:9.

Joh 1.42 1Co 1.12 Ga 2.9

14) twaalven.

Namelijk apostelen, die, hoewel zij toen maar elf waren, door Judas' uitvallen het getal verminderd zijnde, nochtans den naam van dat getal behielden, alzo het kort daarna wederom vervuld werd. Zie Joh. 20:24; Hand. 1:25.

Joh 20.24 Ac 1.25
15) van meer dan

Wanneer dit geschied is, wordt van de evangelisten niet beschreven. Sommigen menen dat het geschied is op den Olijfberg, als Hij ten hemel opgevaren is; Luk. 24:50; Hand. 1:9. Anderen menen dat dit geschied is in Galilea, waar Hij vele discipelen had. Zie Matth. 28:7.

Lu 24.50 Ac 1.9 Mt 28.7

16) nog overig is,

Gr. tot nu toe blijven; dat is, nog in het leven zijn.

17) ontslapen.

Dat is, gestorven zijn. Zie Ps. 13:4; Dan. 12:2; Matth. 9:24, en Matth. 27:52; Hand. 7:60; 1 Cor. 7:39, en 1 Cor. 11:30, en ook hier 1 Cor. 15:18,20,51.

Ps 13.3 Da 12.2 Mt 9.24 27.52 Ac 7.60 1Co 7.39 11.30 15.18,20 1Co 15.51
Copyright information for DutKant