‏ 1 Corinthians 15:50

153) vlees en bloed

Dat is, zulke lichamen, die verderflijk zijn, gelijk het vlees en bloed in dit leven is, en dat ten aanzien dat zij zodanig zijn gelijk in het volgende verklaard wordt. Zie Gal. 1:16; Ef. 6:12; Hebr. 2:14.

Ga 1.16 Eph 6.12 Heb 2.14

154) niet be‰rven kunnen,

Dat is, verkrijgen als bij erfenis, dat is, uit genade en niet uit verdienste. Zie Matth. 25:34.

Mt 25.34

155) de verdervelijkheid be‰rft

Dat is, een lichaam dat der verderflijkheid onderworpen is. De apostel drukt alleen de hoedanigheid uit, om te tonen dat hij spreekt niet van het wezen, maar van de hoedanigheden der lichamen. Zie 1 Cor. 15:48.

1Co 15.48

156) de onverderflijkheid niet.

Dat is, het eeuwige leven, dat onverderflijk en onvergankelijk is. Hetwelk, dewijl de gelovigen zullen bezitten, beide naar ziel en lichaam, zo volgt dat hunne lichamen ook onsterflijk moeten zijn. Want sterflijkheid en onsterflijkheid strijden tegen elkander en kunnen tezamen niet bestaan.

Copyright information for DutKant