1 Corinthians 16:22

63) ene vervloeking;

Gr. Anathema; van welk woord, zie Rom. 9:3; Gal. 1:8.

Ro 9.3 Ga 1.8

64) Maranatha.

Dit is een Chaldeeuws of Syrisch woord, hetwelk toen gebruikelijk schijnt geweest te zijn, om een zeer grote vervloeking, die bij de Hebre‰n Cherem genaamd wordt, uit te drukken; en betekent, gelijk sommigen menen, de Heere komt, of onze Heere komt. Dezen vloek spreekt de apostel uit over de onbekeerlijke mensen, niet uit een kwade beweging des gemoeds, maar uit een apostolischen geest en heiligen ijver. Zie Jud.:14,15.

Copyright information for DutKant