1 Corinthians 2:10

23) ons geopenbaard

Namelijk die God liefhebben. Want dat de apostel niet alleen van de apostelen spreekt, maar ook van degenen, die door hun woord in Christus geloven, blijkt uit het volgende.

24) Zijnen Geest;

Namelijk welke door het Woord en met het Woord in ons krachtig is. Zie 2 Cor. 3:8; 1 Joh. 2:27.

2Co 3.8 1Jo 2.27

25) onderzoekt alle

Dit zegt de apostel, niet omdat de Heilige Geest, die in ons woont, van enige goddelijke zaak onwetend zou zijn, die Hij zou moeten zoeken te weten, maar omdat Hem ook de allerdiepste zaken Gods, als eenzelfde God met den Vader en met den Zoon, klaarlijk bekend zijn; gelijk God wordt gezegd de harten en nieren te doorzoeken omdat zij voor Hem bloot en bekend zijn; Rom. 8:27; Openb. 2:23.

Ro 8.27 Re 2.23

26) de diepten Gods.

Dat is, den allerverborgensten raad Gods. Zie Jes. 40:13.

Isa 40.13

1 Corinthians 2:12

29) der wereld,

Dat is, die wereldse dingen leert en in wereldse dingen zijn vermaak heeft, of geluk stelt.

30) die uit God is,

Dat is, die van God uitgaat en Zijnen kinderen beloofd en gegeven wordt; Joh. 14:16; Rom. 8:15.

Joh 14.16 Ro 8.15

31) geschonken zijn;

Namelijk tot onzen troost en onze zaligheid, dat is, Christus en Zijne weldaden; Rom. 8:32; Col. 2:9,10.

Ro 8.32 Col 2.9,10
Copyright information for DutKant