1 Corinthians 4:1-2

1) uitdelers der

Gr. Oikonomous. Dat is, huisverzorgers, of uitdelers van Gods huis. Namelijk in het uitdelen en bedienen van Zijn Woord en Zijne sacramenten, 1 Cor. 2:7. Zie van dit woord Luk. 16:1.

1Co 2.7 Lu 16.1
2) getrouw bevonden

Dat is, zijn last hierin niet tebuiten ga, of tekort doe; Hebr. 3:5.

Heb 3.5

2 Corinthians 5:19

48) Want God

Of, hoe dat God, enz.

49) de wereld met

Dat is, de uitverkorenen en gelovigen door de gehele wereld, gelijk Joh. 6:33,51.

Joh 6.33,51

50) in ons gelegd.

Dat is, ons toebetrouwd, om het in Zijnen naam te verkondigen.

1 Timothy 1:11

28) Naar het Evangelie

Dat is, volgens de leer des Evangelies, waarin de heerlijkheid Gods van onzen Zaligmaker wordt voorgesteld.

29) toebetrouwd is.

Dat is, opgelegd of bevolen is.

Copyright information for DutKant