1 Corinthians 4:7

17) wie onderscheidt u?

Namelijk hetzij dat gij een leraar zijt, die in gaven anderen teboven gaat, hetzij een lidmaat der gemeente, die door dezen of dien leraar tot het geloof in Christus en andere geestelijke gaven gebracht zijt. Het is dan God in Christus [wil hij zeggen], die door Zijne genade u onderscheidt van anderen niet de leraar, niet gij uzelven. Want hoewel Paulus plant, Apollos natmaakt, het is God alleen die den wasdom geeft; 1 Cor. 3:6.

1Co 3.6

Ephesians 2:10

29) wij zijn Zijn

De apostel spreekt hier niet van de eerste schepping, maar van de vernieuwing en wedergeboorte, die in Gods woord een tweede of nieuwe schepping wordt genaamd. Zie 2 Cor. 5:17.

2Co 5.17

30) God voorbereid

Of, God tevoren heeft bereid; namelijk in Zijn eeuwigen raad, of ook door Zijnen Geest in ons. Zie Hebr. 8:10, enz.

Heb 8.10
Copyright information for DutKant