1 Corinthians 7:25

46) geen bevel des

Of, ordinantie; dat is, geen uitgedrukt bevel Gods of van Christus; namelijk dat iemand zou moeten maagd blijven. Waaruit blijkt dat de woorden van Christus, Matth. 19:12, die dit vatten kan, vatte het, geen gebod, maar alleen ene toelating is.

Mt 19.12

47) zeg [mijn]

Gr. geve.

48) getrouw te zijn.

Namelijk in mijne leer en bediening, en derhalve ook in hetgeen ik hier verklaar. Zie 1 Cor. 7:40, en 1 Cor. 4:1,2. Of, geloofwaardig te zijn.

1Co 7.40 4.1,2

2 Corinthians 4:1

1) deze bediening

Namelijk niet der letter, noch des doods, maar des geestes en levens, waarvan in het voorgaande hoofdstuk, 2 Cor. 3:6, enz. gesproken is.

2Co 3.6

2) vertragen wij niet.

Of, bezwijken, of blijven niet in gebreke; namelijk niettegenstaande al de zwarigheden, die ons in deze bediening overkomen, gelijk blijkt uit 2 Cor. 4:10. Zie van dit woord ook Luk. 18:1.

2Co 4.10 Lu 18.1

1 Thessalonians 2:4

10) beproefd

Dat is, bekwaam gekeurd, of geacht zijn, dat is, proefbaar of bekwaam gemaakt zijn. Zie Hand. 9:15; 2 Cor. 3:5, 2 Cor. 3:6; Gal. 1:15, Gal. 1:16, enz.

Ac 9.15 2Co 3.5,6 Ga 1.15,16

11) toebetrouwd

Dat is, bevolen, of bij ons in bewaring gelegd worden, om hetzelve naar Gods wil aan anderen uit te delen. Zie 1 Cor. 4:1, 1 Cor. 4:2; 2 Cor. 5:19; 1 Tim. 1:11

1Co 4.1,2 2Co 5.19 1Ti 1.11

12) harten

Het woord beproeven wordt hier een weinig anders genomen dan hiervoren, namelijk voor onderzoeken of kennen, gelijk de oprechtheid des gouds door vuur beproefd en gekeurd wordt.

Copyright information for DutKant