1 Corinthians 7:7

11) ik wilde

De apostel verklaart, om de redenen die daar zullen verhaald worden, dat hij liever had dat zij allen de gave der onthouding hadden. Doch evenwel dat een iegelijk moet letten op de gaven, die hij van God daartoe ontvangen heeft; de een namelijk om zich te onthouden, de ander om het huwelijk in eer en matigheid te gebruiken.

1 Corinthians 13:9

37) wij kennen

Namelijk nu in dit leven.

38) ten dele, en

Niet dat wij nu zouden weten al wat ons tot de zaligheid nodig is, Joh. 16:13; 1 Cor. 1:5; 2 Tim. 3:15, maar de apostel spreekt alzo ten aanzien en in vergelijking van de kennis, die wij van goddelijke zaken zullen hebben in het toekomende leven, bij welke deze onze kennis, die wij nu hebben, maar een klein deel is te rekenen.

Joh 16.13 1Co 1.5 2Ti 3.15

Ephesians 4:7

14) elkeen van

Namelijk die leden van dit lichaam zijn.

15) naar de maat

Dat is, naar dat het Christus belieft aan een ieder in zijne beroeping de gaven uit te meten, tot volmaking en vereniging van dit lichaam; Joh. 1:16; Rom. 12:3.

Joh 1.16 Ro 12.3
Copyright information for DutKant