1 John 4:20

70) haat zijn broeder,

Dat is, niet alleen werkelijke haat, maar ook zelfs niet liefheeft; gelijk de volgende woorden verklaren.

71) die is een leugenaar;

Zie 1 Joh. 2:4.

1Jo 2.4

72) dien hij gezien heeft,

Dat is, wiens persoon, staat en nood hij ziet door welk zien de liefde en barmhartigheid pleegt ontstoken te worden in het hart.

73) hoe kan hij God

Hij wilt zeggen, die kan geenszins God liefhebben; alzo men lichter door het gezicht dan door het gehoor tot liefde bewogen wordt; en God niet minder de ene liefde als de andere van ons eist.

1 John 5:1-2

1) gelooft, dat Jezus

Namelijk met zodanig een geloof, dat vergezeld is van alles wat tot een oprecht geloof behoort; zie 1 Joh. 4:2.

1Jo 4.2

2) de Christus,

Dat is, de ware en beloofde Messias. Zie Joh. 20:31.

Joh 20.31

3) Dengene, Die

Dat is, den Vader.

4) degene, die uit Hem

Dat is, zijn kinderen; hetwelk, dewijl het zo is onder de mensen, zo bewijst de apostel daarmee, dat als men God liefheeft men ook al de kinderen Gods moet liefhebben, die uit Hem geboren zijn.

5) wanneer wij God

Want uit de liefde Gods, als een oorsprong en fontein, moet de liefde van den naaste spruiten en voortkomen.

Copyright information for DutKant