1 Kings 10:28-29
47) paarden Egypte was zeer rijk aan schone paarden, fijn vlas en linnen, byssus genaamd, welke van de naburige landen zeer getrokken werden, doch mochten niet dan met betaling van den gezetten tol uitgelaten worden. Farao nu heeft aan Salomo, die zijn dochter getrouwd had, het recht van den tol overgezet, die denzelven door zijn kooplieden of pachters heeft vergaderd, en daarvan groot profijt ontvangen. 48) linnen garen, Zie Gen. 41:42. Ge 41.42 49) kooplieden Versta, de tollenaars, of pachters van de tollen. 50) linnen garen voor Mitsgaders de paarden. 51) den prijs. Dat is, voor een zekeren gezetten prijs. 52) een wagen Versta dit van een wagen, die met linnengaren of garenwerk geladen was, en ook van de geladen paarden, ja van de paarden zelf. Een wagen nu gaf viermaal zoveel als een paard, dewijl men gewoon was vier paarden voor een wagen te spannen. De tol dan van een geladen wagen zes honderd sikkels zijnde, was de tol van een geladen paard honderd en vijftig sikkelen. 53) zilvers, Zie van des sikkels waarde Gen. 20:16, en Gen. 23:15. Ge 20.16 23.15 54) alzo voerden ze Dat is, de goederen uit Egypte komende, belastte Salomo niet alleen als zij in zijn land kwamen, maar ook als zij gevoerd werden in de landen der Hethieten en Syrirs, van welken Salomo door dit middel ook schatting heeft ontvangen, omdat de paarden en goederen door zijn land of gebied passeren moesten. Anderen verstaan dit alzo, dat de koningen der Hethieten en Syrirs ook tol getrokken hebben van de waren, die in hun landen gebracht werden. 55) hun hand Namelijk, van de kooplieden en pachters in 1 Kon. 10:28 gemeld. 1Ki 10.28 56) Hethieten, Oostwaarts van Palestina wonende. 57) Syrie. Benoorden van Palestina.2 Chronicles 1:16-17
24) En het uitbrengen Zie de verklaring van 2 Kron. 1:16 en 2 Kron. 1:17, 1 Kon. 10:28,29. 2Ch 1.16,17 1Ki 10.28,29
Copyright information for
DutKant