1 Kings 12:17

28) de kinderen van Isra‰l,

Versta bij dezen den stam van Simeon, die voor een deel onder den stam van Juda vermengd was, de Levieten en een deel van den stam van Benjamin, die noordwaarts aan den stam van Juda gelegen was. Zie boven, 1 Kon. 11:32, en vergelijk onder, 1 Kon. 12:23.

1Ki 11.32 12.23

2 Chronicles 12:12

25) hij zich verootmoedigde,

Namelijk, de koning, met bewijs van leedschap en bekering.

26) goede dingen.

Als eerstelijk de wet van Mozes; II. het woord der profeten; III. de besnijdenis; IV. nog wat van den zuiveren godsdienst; V. enige ware gelovigen en godvruchtigen, die hun weg niet bedorven hadden; om welke dingen alle God de stad nog verschoonde; gelijk Hij met Sodom zou gedaan hebben, zo zelfs maar tien rechtvaardigen daarin waren geweest, Gen. 18:32. Vergelijk hiermede boven, de aantekening 2 Kron. 12:1.

Ge 18.32 2Ch 12.1
Copyright information for DutKant