1 Kings 17:4

7) raven

Dat God dezer beesten dienst gebruikt heeft om den profeet te spijzigen, maakt zijn wonderwerk te meer wonderlijk, overmits deze vogel zo gulzig en voor zichzelven is, dat hij zijn eigen jongen verlaat, die van honger zouden sterven, indien ze God niet wonderlijk spijzigde, Job 39:3; Ps. 147:9.

Job 38.41 Ps 147.9

8) geboden,

Dat is, bij Mij voorgenomen door mijn voorzienige regering, die alzo te gebruiken, dat zij u voedsel zullen toebrengen. Gebieden heet hier voornemen, waarop het uitvoeren is volgende. Alzo 1 Kon. 17:9; Ps. 78:23; Jes. 5:6; Amos 9:3,4.

1Ki 17.9 Ps 78.23 Isa 5.6 Am 9.3,4

2 Chronicles 7:13

23) Gen. 20:2, en Gen. 28:12, mitsgaders de aantekening.

Ge 20.2 28.12

God wordt gezegd de onredelijke dieren te gebieden, omdat Hij dezelve verordent, voortbrengt en gebruikt om de mensen •f te straffen, gelijk 2 Kron. 7:13, Amos 9:3, •f te helpen en goed te doen, gelijk 1 Kon. 17:4.

2Ch 7.13 Am 9.3 1Ki 17.4

24) het land te verteren,

Dat is, zijn gewas en vruchten.

Amos 9:3

13) Karmel,

Zie 2 Kon. 19:23. Hebr. hoofd van Karmel.

2Ki 19.23

14) halen;

Hebr. nemen. Zie Jer. 37:17.

Jer 37.17

15) van voor Mijn ogen

Menende dat Ik hen daar niet zou kunnen zien en vinden.

16) gebieden,

Dat is, door mijne regering beschikken, dat zij [als op een bijzonder bevel] zulks doe; zie Lev. 25:21, en verg. 2 Kon. 18:25, met de aantekening, alzo in het volgende van het zwaard, Amos 9:4, en het roepen der wateren, Amos 9:6.

Le 25.21 2Ki 18.25 Am 9.4,6
Copyright information for DutKant