1 Kings 2:15

30) mijn was,

Te weten, omdat ik de oudste van mijns vaders zonen ben. Zie boven, 1 Kon. 1:5.

1Ki 1.5

31) zijn aangezicht

Dat is, had zijn ogen op mij geworpen, hopende dat het koninkrijk mijne zou worden, en mij hetzelve gunnende. Vergelijk Jer. 42:15 met de aantekening.

Jer 42.15

32) want het is van den HEERE hem geworden.

Hij gelaat zich dat hij zijn broeder Salomo het koninkrijk gunde, misbruikende tot dit einde den naam des Heeren, en zeer listiglijk verbergende zijn voornemen, hetwelk was door middel van de Sunamietische een aanhang te maken, en alzo het koninkrijk tot zich te trekken, hetwelk de koning Salomo terstond wel gemerkt heeft, gelijk blijkt uit 1 Kon. 2:22.

1Ki 2.22
Copyright information for DutKant