1 Kings 2:19

34) des konings zetten;

Dat is, voor zijn moeder. Het is een manier van spreken der Hebre‰n. Alzo onder, 1 Kon. 8:1, en 1 Kon. 9:1, en 1 Kon. 11:9. Vergelijk Gen. 5:1.

1Ki 8.1 9.1 11.9 Ge 5.1

35) zij zat aan zijn rechterhand.

Zijnde aldus vereerd met gelijke waardigheid en hoogheid als haar zoon, en dat naar de manier van doen der grote heren, welke dengenen, wien zij gelijke eer of de eerste naast hen toestaan, plegen tot hun rechterhand te stellen. Vergelijk Matth. 20:21.

Mt 20.21
Copyright information for DutKant