1 Kings 2:3

3) neem waar de wacht des HEEREN,

Deze manier van spreken wordt elders van den dienst des tabernakels gebruikt, gelijk Lev. 8:35; Num. 3:7, maar hier en elders van de burgerlijke plichten, die de prinsen en andere oversten moesten waarnemen, achtervolgens de orde hun van God voorgeschreven. Zie Joz. 22:3; 2 Kon. 11:5. Doch het woord wacht wordt ook overgezet bevel, betekenende in het gemeen al hetgeen de Heere ons voorgeschreven heeft te doen of te laten. Zie Gen. 26:5.

Le 8.35 Nu 3.7 Jos 22.3 2Ki 11.5 Ge 26.5

4) inzettingen,

Deze eerste drie woorden worden zo onderscheiden, die het eerste genomen wordt voor de ceremoni‰ele wetten; het tweede voor de wetten der zeden; het derde voor de burgerlijke rechten. Zie Gen. 26:5; Deut. 5:31.

Ge 26.5 De 5.31

5) getuigenissen,

Versta, de leer der zaligheid, die van Gods wil tegen ons en van onzen schuldigen plicht tegen hem volkomenlijk betuigen. Zie Deut. 4:45.

De 4.45

6) verstandelijk

Of, voorspoedig maakt alles, enz. Zie deze manier van spreken, Deut. 29:9.

De 29.9
Copyright information for DutKant