1 Kings 2:8-9

19) de Benjaminiet

Anders, een Benjaminiet. Zie Richt. 19:16, en 2 Sam. 16:11.

Jud 19.16 2Sa 16.11

20) Mahanaim;

Een stad gelegen over de Jordaan in het land Gilead, in den stam van Gad bij de beek Jabbok. Van den oorsprong harer benaming, zie Gen. 32:2.

Ge 32.2

21) zwoer hem bij den HEERE,

Zie 2 Sam. 19:23.

2Sa 19.23

22) Zo ik hem met het zwaard dode!

Hebreeuws, zo ik u met het zwaard dode, [God straffe mij] of [doe mij dit of dat]. Want de Hebre‰n plegen in het zweren de straf te verzwijgen. Zie Gen. 14:23.

Ge 14.23
23) niet onschuldig,

Dat is, laat hem niet ongestraft blijven. Alzo Exod. 20:7, en Exod. 34:7, en Job 9:28.

Ex 20.7 34.7 Job 9.28

24) wat gij hem doen zult,

Namelijk, naar de wijsheid, die u de Heere gegeven heeft, latende aan deze bevolen zijn de manier hoe gij hem ter dood brengen zult. Vergelijk boven, 1 Kon. 2:6.

1Ki 2.6
Copyright information for DutKant