1 Kings 6:15

34) bouwde hij

Dat is, hij beschoot de wanden met cederen planken enz. alzo in 1 Kon. 6:16.

1Ki 6.16

35) planken;

Hebreeuws, zijden; en zo in het volgende.

36) tot aan het dak

Hebreeuws, tot aan de wanden van het dak; dat is, tot aan het opperste deel des muurs, waarop het dak rust.

37) het huis

Versta dit niet van het innerste deel des huizes, maar van het voorste, genaamd het heilige.

Copyright information for DutKant