1 Kings 7:15-17

36) vormde

Of, hij goot.

37) ellen,

Gerekend naar de maat des heiligdoms, die nog eens zolang waren als de gemene ellen. Zie Gen. 6:15, en hierom worden 2 Kron. 3:15 naar de gemene maat der ellen, dezen pilaren vijf en dertig ellen toegeschreven, waarbij alsnog komt een el voor den voet •f het onderzetsel; zo is elke pilaar zes en dertig gemene ellen hoog geweest, dat is, achttien heilige.

Ge 6.15 2Ch 3.15

38) anderen pilaar.

Te weten, den omloop en de rondigheid van zijn stijl; versta hetzelfde ook van den eersten pilaar.

39) twee

Te weten, voor elken pilaar een.

40) kapitelen,

Versta door het woord kapiteel alhier een sieraad, gemaakt boven op den top van den stijl eens pilaars, bestaande uit drie delen: den voet, het gevlochten werk der granaatappelen, en de kroon.

41) vijf ellen was de hoogte

Welverstaande het gehele kapiteel tezamen met zijn drie delen gemeten zijnde. Want de voet was een el hoog, het granaatappelwerk ook een el en de kroon drie ellen. Zoveel ellen wordt de kroon alleen toegeschreven, 2 Kon. 25:17, en gerekend zijnde met de granaatappelen, vier ellen. Zie onder, 1 Kon. 7:19.

2Ki 25.17 1Ki 7.19
42) De netten

De zin is dat het opperste deel, of de kroon des kapiteels bestond uit een zeer kunstige samenvlechting van loof, bloemen en vruchtenwerk in zekere orden door bandjes aan elkander gans sierlijk gehecht. Vergelijk 2 Kron. 3:16.

2Ch 3.16

43) nettenwerk,

Of, van gevlochten, of van traliewerk.

44) zeven waren

Dit getal verstaan enigen van de orden des lofwerks en van de snoertjes, die dat werk verbonden en tezamen begrepen; anderen van de snoertjes of bandjes alleen.

Copyright information for DutKant