1 Kings 8:13

29) immers een huis gebouwd,

Hebreeuws, bouwende gebouwd; dat is, ik heb immers, of gewisselijk of ganselijk gebouwd, of ik heb volbouwd.

30) woonstede,

Te weten, waarin Gij wonen zoudt bij uw volk, door uw woord en de zichtbare tekenen uwer genade. Alzo 2 Kron. 6:2.

2Ch 6.2

31) vaste plaats

Of, bereide plaats.

32) eeuwige woning.

Versta deze eeuwigheid van den tijd der wet, en zie Gen. 13:15. Daartoe is hierbij te voegen de conditie van gehoorzaamheid, die de Isra‰lieten God schuldig waren, opdat dit woord zou vast blijven. Zie boven, 1 Kon. 6:12,13, en onder 1 Kon. 9:4; Ps. 89:29,30,31.

Ge 13.15 1Ki 6.12,13 9.4 Ps 89.28,29,30
Copyright information for DutKant