1 Kings 8:31

56) hij hem

Te weten, de naaste, tegen denwelken gezondigd is.

57) eed des vloeks

Hebreeuws eigenlijk, vloek, of vervloeking. Versta, een eed van den rechter opgelegd, die in gewichtige zaken geschiedde, met zijns zelfs vervloeking zo men valselijk zwoer, en dat zeer plechtig voor het altaar, om den zweerder te meer tot aandacht en vrees te verwekken. Vergelijk Exod. 22:8; Num. 5:15,16,17,18, enz.

Ex 22.8 Nu 5.15,16,17,18
Copyright information for DutKant