1 Kings 8:50

85) geef hun

Hebreeuws, stel hen, of geef hen ter barmhartigheden; dat is, om ontfermd te worden, of om ontferming te verkrijgen. Zie een bijna gelijke manier van spreken Gen. 43:14. De zin is dat God den gevangen Isra‰lieten zou geven genade en medelijden te vinden in de ogen hunner vijanden, in de plaats van wrede mishandeling en verdrukking. Zie enige vervullingen hiervan Neh. 2:2, enz.; Esth. 10:2,3; Dan. 1:9,10, enz.

Ge 43.14 Ne 2.2 Es 10.2,3 Da 1.9,10

Nehemiah 1:11

15) geef

Hebreeuws, geef hem ter barmhartigheden, of ontfermingen, dat is, werk nu in het hart des konings, dat hij zich mijns en mijns volks ontferme, en mijn verzoek gunstiglijk toesta; zie Jer. 42:12.

Jer 42.12

16) mans.

Namelijk, van den koning Arthasasta, gelijk de volgende woorden en het begin van Neh. 2: uitwijzen.

Psalms 106:46

67) Dies gaf Hij

Hebr. En Hij gaf hun tot ontfermingen. Zie 1 Kon. 8:50.

1Ki 8.50
Copyright information for DutKant