1 Samuel 1:11

24) beloofde een gelofte,

Te weten, met kennis en believen van haar man; want anderszins was de belofte der vrouwen krachteloos, zie Num. 30:8.

Nu 30.8

25) zo Gij eenmaal de ellende Uwer dienstmaagd aanziet,

Hebreeuws, indien gij ziende ziet.

26)

Aldus noemt zij haar onvruchtbaarheid; zie Gen. 29:32.

Ge 29.32

27) een mannelijk zaad,

Hebreeuws, een zaad der mannen; dat is, een zoon.

28) geven al de dagen zijns levens,

Dat is, toe‰igenen tot uw dienst.

29) daar zal geen scheermes op zijn hoofd komen.

Dat is, hij zal een nazire‰r zijn; Num. 6:5.

Nu 6.5

1 Samuel 1:28

51) overgegeven

Anders, geleend; te weten, om in den tabernakel te dienen.

52) al de dagen,

Anders, al de dagen, die hij wezen zal, zal hij den Heere gegeven zijn.

53) hij bad aldaar den HEERE aan.

Te weten, Samuel, of Eli, of ook Elkana en Hanna.

Copyright information for DutKant