1 Samuel 10:27

43) de kinderen Belials zeiden:

Zie Deut. 13:13.

De 13.13

44) geen geschenk.

Gelijk de onderdanen plachten te doen tot een teken van gehoorzaamheid en dat zij hem erkenden voor hun koning. Zie 2 Kron. 17:5;; Matth. 2:11.

2Ch 17.5 Mt 2.11

45) als doof.

Of, als stom, als stilzwijgende.

1 Kings 10:25

42) elk ding

Hebreeuws, de zaak des jaars in het jaar; dat is, elk geschenk jaarlijks.

2 Chronicles 9:24

30) elk van jaar

Hebreeuws, de zaak des jaars in het jaar; dat is, elk geschenk jaarlijks; alzo 1 Kon. 10:25.

1Ki 10.25

2 Chronicles 17:5

7) geschenken;

De koningenen prinsen werden vereerd met geschenken, •f van hun eigen onderzaten, tot een teken van gewillige onderdanigheid, waardoor zij zich aan hun gebied en regering onderwierpen, gelijk 1 Sam. 10:27, en 2 Kron. 17:5; •f van vreemde volken, tot eerbieding en onderhouding van vriendschap en vrede, gelijk 1 Kon. 10:25, en boven, 2 Kron. 9:24.

1Sa 10.27 2Ch 17.5 1Ki 10.25 2Ch 9.24
Copyright information for DutKant