1 Samuel 12:6

9) gemaakt heeft,

Dat is, groot en heerlijk gemaakt heeft; te weten, den enen tot een leidsman des volks, den anderen tot een hogepriester.

Acts 2:36

70) huis Israels,

Dat is, geslacht, of volk.

71) een Heere en

Namelijk van zijne gemeente, of van het volk Gods.

72) Christus

Dat is, Messias, Gezalfde.

73) gemaakt heeft,

Dat is, gesteld en verhoogd; Filipp. 2:9.

Php 2.9
Copyright information for DutKant