‏ 1 Samuel 14:47

84) Moab,

Dat is, de Moabieten.

85) Edom,

Dat is, de Edomieten.

86) koningen van Zoba,

Het land van dezen lag van Batanea tot de Eufraat. Zie wijders op 2 Sam. 10:6.

2Sa 10.6

87) oefende hij straf.

Dat is, God gebruikte hem als een instrument om de vijanden zijner kerk te straffen. Anders, maakte hij het kwalijk, of deed hij kwaad, beroerde hij hen, plaagde hij hen. Te weten, de vijanden beschadigende.

‏ 2 Samuel 8:3

5) Hadad-ezer,

Ook genoemd Hadarezer, 1 Kron. 18:3.

1Ch 18.3

6) Zoba,

Zie 1 Sam. 14:47. Dit meent men geweest te zijn het gedeelte van Syri‰, dat Sofene genoemd wordt; komende deze woorden Zoba, of Zova, en Sofene zeer na overeen. Zie ook onder, 2 Sam. 10:6.

1Sa 14.47 2Sa 10.6

7) hij heentoog

David, of gelijk sommigen, Hadadezer.

8) om zijn hand

Dat is, om zijn macht uit te strekken, enz. Anders, om zijn grenzen te stellen, of herstellen. [Hebreeuws, te doen wederkeren, of weder te brengen] aan de rivier Fraat; dat is Eufraat, welke landpale Isra‰l van God beloofd was, en dienvolgens hem moest toege‰igend worden. Vergelijk 1 Kron. 18:3, en zie Gen. 15:18, enz.

1Ch 18.3 Ge 15.18
Copyright information for DutKant