1 Samuel 19:20

22) halen;

Zie 1 Sam. 19:14.

1Sa 19.14

23) zagen een vergadering van profeten,

Hebreeuws, zag; dat is, elk een derzelver zag.

24) profeterende,

Dat is, God lovende en zijn naam groot makende met gebeden en lofzangen.

25) profeteerden ook.

Dat is, zij stelden zich aan gelijk de profeten deden als zij profeteerden. Zie boven, 1 Sam. 18:10. Het schijnt dat deze boden van Saul zo van zin veranderd zijn geworden dat zij, hun wapenen afleggende, niet verder dachten de handen aan David te slaan, daar zij nochtans om uitgezonden waren.

1Sa 18.10

1 Chronicles 25:3

7) Zeri,

Hij wordt Jizri genoemd, 1 Kron. 25:11.

1Ch 25.11

8) zes;

Versta hierbij, ook SemeĀ‹, uit 1 Kron. 25:17. Hij moet er noodzakelijk bij zijn, anders zouden er hier maar vijf genoemd worden.

1Ch 25.17
Copyright information for DutKant