1 Samuel 19:24
27) hij toog zelf ook zijn klederen uit, Dat is, hij legde zijn koninklijke of krijgsmans opperkleding af, met welke hij gekomen was om David te vangen. 28) hij viel Versta, dat hj gelijk als in een verrukking van zinnen is gevallen, gelijk zulks somtijds den profeten is wedervaren. Zie Num. 24:4. Of, hij viel neder, gelijk de anderen in het bidden zich tegen de aarde strekkende, zich alzo tezamen voor den Heere verootmoedigende. Nu 24.4 29) bloot neder dienzelfden gansen dag, Of, naakt. Versta dit alzo, dat hij zich ontbloot heeft van zijn koninklijk, of opperkleed, of van zijn krijgsmanskleed. Zie dergelijk Jes. 20:2; Micha 1:8. Isa 20.2 Mic 1.8 30) Is Saul ook onder de profeten? Zie boven, 1 Sam. 10:12. Hier past dit spreekwoord op diegenen, die van God wonderbaarlijk in hun voornemen verhinderd worden, gelijk Saul hier wedervaren is. Zie dergelijke geschiedenis Num. 23:24, in Bileam; en Hand. 9, in Saul. 1Sa 10.12 Nu 23.24 2 Kings 8:29
Copyright information for
DutKant