1 Samuel 19:4

4) zondige niet tegen zijn knecht David,

Te weten hem ongelijk doende, en hem dus dodelijk vervolgende.

Esther 7:2-3

2) ten tweeden dag,

Dat is, op den dag van den tweeden maaltijd, waarvan boven, Esth. 5:8, melding gemaakt wordt.

Es 5.8

3) op den maaltijd

Zie boven, Esth. 5:6, alzo ook onder, Esth. 7:7.

Es 5.6 7.7
4) mijn leven,

Hebreeuws, mijn ziel.

5) mijn volk,

Te weten, de Joden, uit welken ik gesproten ben. Anders, en mijns volks; te weten, ziel, of leven.

Copyright information for DutKant