1 Samuel 2:10

25) de einden der aarde richten,

Dat is, ook die, welke aan de uiterste einden der wereld zijn.

26) Zijn Koning sterkte geven,

Te weten Christus, dien Hij heeft verordineerd, en dien Hij ter bestemder tijd zenden zal.

27) Zijns Gezalfden verhogen.

Dat is Christus. Zie Ps. 2:2.

Ps 2.2

Psalms 96:13

21) des HEEREN;

Te weten, Christus. Van wien ook in het voortgaande gesproken is.

22) te richten;

Dat is, te regeren.

23) de wereld richten

Dat is, de inwoners der wereld.

24) waarheid.

Of, getrouwheid.

Zechariah 3:7

28) de HEERE der heirscharen:

Te weten, God de Vader, die voor de weldaden, waarmede Hij de mensen begenadigt, dankbaarheid is vereischende, namelijk gedurige oefening in de godzaligheid; Luk. 1:74,75; *1 Petr. 1:15,16.

Lu 1.74,75 Zec 1.15,16

29) indien gij Mijn wacht

Dat is, indien gij mijne instellingen en geboden naarstig zult onderhouden, gelijk Ik die wil onderhouden hebben.

30) zult waarnemen,

Hebr. zult wachten.

31) zo zult gij ook Mijn huis richten,

Dat is, zo zult gij ook het opzicht en de regering over mijn kerk hebben, gelijk het uwe voorouders gehad hebben; zie 2 Kron. 19:11. De kerk wordt meermalen Gods huis genoemd, gelijk Num. 12:7; Jer. 11:15, en Jer. 12:7; Hebr. 3:2.

2Ch 19.11 Nu 12.7 Jer 11.15 12.7 Heb 3.2

32) Mijn voorhoven bewaren;

Dat is, gij zult in uw hogepriesterambt geduriglijk blijven, en het opzicht over mijne kerk hebben en behouden. Het is even hetzelfde hetwelk Hij straks met andere woorden gezegd heeft.

33) Ik zal u wandelingen geven onder dezen,

Dat is, na dit leven, zal Ik u opnemen in het eeuwige leven, en zal u doen wandelen onder de heilige engelen, die hier staan, en andere hemelse scharen. Verg. Matth. 22:30; 2 Tim. 4:8; Hebr. 12:22.

Mt 22.30 2Ti 4.8 Heb 12.22
Copyright information for DutKant