1 Samuel 2:33

81) Doch de man,

Dat is, die aan den dienst des altaars blijven zal.

82) u niet zal uitroeien

Dat is, van de uwen.

83) zou zijn

Dat is, ware het dat gij dan nog leefdet en al deze dingen zaagt, gij zoudt uw ogen uitschreien. Dit kan verstaan worden van het jammerlijk vermoorden der priesters te Nob, 1 Sam. 22:18, of ook wel van de schandelijke afzetting van Abjathar, 1 Kon. 2:26, waar de eerste woorden van 1 Sam. 2:33 ook wel op passen.

1Sa 22.18 1Ki 2.26 1Sa 2.33

84) al de menigte

Dat is, meestal.

85) mannen geworden zijnde.

Dat is, in het beste van hun leven.

1 Samuel 22:18

30) die den linnen lijfrok droegen.

Dat is, die den dienst Gods pleegden in de tent; want als zij dien pleegden, moesten zij linnen klederen aantrekken. Zie Exod. 28:42.

Ex 28.42

1 Kings 2:26

46) Anathoth,

De naam van een priesterlijke stad, gelegen in den stam van Benjamin, waar Abjathar de prieser en Jeremia de profeet geboren zijn. Zie van deze Joz. 21:18; Jer. 1:1.

Jos 21.18 Jer 1.1

47) een man des doods;

Dat is, des doods schuldig, of die den dood waardig is. Alzo 2 Sam. 12:5; idem, zonen des doods, 1 Sam. 26:16.

2Sa 12.5 1Sa 26.16

48) op dezen dag

Hetwelk aldus kan verstaan worden, dat Salomo met een mindere straf zich voor dezen tijd heeft laten genoegen, hem houdende ondertussen onder de doodsschuld, alzo dat zo hij in toekomende tijden iets dergelijks kwam te bedrijven, hij het met den dood bezuren zou.

Copyright information for DutKant