1 Samuel 2:6

19) doodt

Dat is, Hij zendt den mensen grote benauwdheid en ellenden toe, die met den dood te vergelijken zijn.

20) maakt levend;

Dat is, Hij verlost de treurigen wederom uit hun benauwdheid en angst.

21) Hij doet

Dat is, Hij brengt in de uiterste verachting en smaad.

22) helle nederdalen,

Dat is, in de uitste benauwdheid; zie Gen. 37:35.

Ge 37.35

Job 11:8

16) [Zij is als]

Dat is, zij, te weten, de wijsheid Gods, waarvan boven, Job 11:6, gesproken is, [of de volmaaktheid Gods, waarvan enigen menen Job 11:7 gesproken te zijn] is bij den allerhoogsten hemel te vergelijken. Zie Ef. 3:18.

Job 11.6,7 Eph 3.18

17) wat kunt gij doen?

Te weten, om die ten volle te onderzoeken en uit te vinden.

18) hel,

Vergelijk onder, Job 26:6, en zie Gen. 37:35.

Job 26.6 Ge 37.35

Psalms 18:5

Psalms 86:13

11) mijne ziel

Dat is, mij, mijn leven, of mijn lichaam, gelijk Ps. 16:10.

Ps 16.10

12) onderste

Hebr. het onderste graf. De zin van dit vers is, dat David God bidt om verlossing uit zijne ellende, gelijk hij meermalen gedaan had, verstaande door het woord graf of hel groot gevaar, •f zware ellenden en smarten, •f de hel zelve, van welke God hem door Christus verlost had.

Psalms 139:8

11) in de hel,

Zie de aantekening bij Job 26:6.

Job 26.6

Proverbs 15:11

22) De hel

Vergelijk Job 26:6, en zie de aantekening.

Job 26.6

23) voor den HEERE;

Dat is, naakt en ontdekt voor zijne ogen; Hebr. 4:13.

Heb 4.13

24) kinderen?

Te weten, die hier op de aarde in het klare licht der zon verkeren. Dit wordt menselijkerwijze van God gezegd; want bij Hem zijn alle dingen even mogelijk en licht om te doen.

Amos 9:2

12) hel,

Zie Job 26:6; Ps. 139:8, met de aantekening. Met deze drie volgende verzen wil de Heere zeggen dat zij in gene plaatsen zijn straffende hand zullen kunnen ontgaan, alzo Hij overal met zijn wezen, almacht en regering tegenwoordig is.

Job 26.6 Ps 139.8
Copyright information for DutKant