1 Samuel 21:5

13) gisteren en eergisteren,

David wil zeggen: Wij zijn drie dagen op de reis, en alzo van onze vrouwen afgescheiden geweest.

14) de vaten

Dat is, hun lichaam, klederen, en al wat zij op de reis medegenomen hebben. En heilig is hier te zeggen, niet ontreinigd door het aanroeren van iets onreins.

15) enigerwijze

Hebreeuws, en deze weg is onheilig, of gemeen. David wil zeggen, gij behoeft zo grote zwarigheid niet te maken van mij en die bij mij zijn van deze broden te eten te geven; want ofschoon die heilig zijn zolang zij op de tafel voor den Heere staan, nochtans dewijl gij die nu moet veranderen en wegnemen, [of, ze al weggenomen en veranderd zijn] en verse broden in de plaats leggen, [of, gelegd mogen zijn], zo zal hun heiligheid nu zodanig niet zijn als tevoren; zij zullen enigszins gemeen worden, omdat de priesters met hun huisgezinnen die zullen eten, daar zij tevoren, voor des Heeren aangezicht liggende, van niemand mochten gegeten worden. Daarom, naar den regel en wet der liefde, [die meer is dan de ceremoni‰n] zo mogen ook wel anderen in den tijd van nood en bij gebrek van andere spijs, daarvan eten; gelijk Christus deze wet heeft uitgelegd, Matth. 12:4,7.

Mt 12.4,7

16) vaten

Van deze vaten zie Exod. 25:29.

Ex 25.29
Copyright information for DutKant