1 Samuel 22:18

30) die den linnen lijfrok droegen.

Dat is, die den dienst Gods pleegden in de tent; want als zij dien pleegden, moesten zij linnen klederen aantrekken. Zie Exod. 28:42.

Ex 28.42

1 Kings 2:26

46) Anathoth,

De naam van een priesterlijke stad, gelegen in den stam van Benjamin, waar Abjathar de prieser en Jeremia de profeet geboren zijn. Zie van deze Joz. 21:18; Jer. 1:1.

Jos 21.18 Jer 1.1

47) een man des doods;

Dat is, des doods schuldig, of die den dood waardig is. Alzo 2 Sam. 12:5; idem, zonen des doods, 1 Sam. 26:16.

2Sa 12.5 1Sa 26.16

48) op dezen dag

Hetwelk aldus kan verstaan worden, dat Salomo met een mindere straf zich voor dezen tijd heeft laten genoegen, hem houdende ondertussen onder de doodsschuld, alzo dat zo hij in toekomende tijden iets dergelijks kwam te bedrijven, hij het met den dood bezuren zou.

Nehemiah 11:32

Copyright information for DutKant