1 Samuel 24:11
17) de HEERE u heden in mijn hand gegeven heeft Zie boven, 1 Sam. 24:5. 1Sa 24.4 18) men zeide, Dat is, sommigen dergenen, die bij mij waren, rieden mij dat enz. 19) dat ik u doden zou; Hebreeuws, om u te doden. 20) [mijn hand] verschoonde u, Hebreeuws, zij verschoonde u; te weten, mijn hand, of mijn ziel, of mijn oog, of mijn zwaard.
Copyright information for
DutKant