1 Samuel 26:13

18) op de hoogte des bergs

Hebreeuws, op het hoofd.

1 Samuel 26:24-25

36) gij zult het ja gewisselijk doen,

Hebreeuws, doende zult gij het doen, en vermogende zult gij vermogen.

37) gij zult ook gewisselijk

Dat is, zij zult uwen vijand te machtig vallen, en gij zult hen overweldigen. Anderen nemen het in dezen zin: Ga zo voort in al uw zaken met gerechtigheid en trouw, gelijk gij tegen mij doet, en twijfel niet, gij zult de overhand behouden en tot de koninklijke waardigheid komen.

Copyright information for DutKant