1 Samuel 27:8
12) Gesurieten, Zie de aantekeningen Joz. 12:5, en Joz. 16:3. Jos 12.5 16.3 13) Girzieten, Voor Gizrieten. Dit waren Kananieten, die tevoren te Gezer of te Gazer gewoond hadden, in het land Efram. Dezen, vandaar ook verdreven zijnde, gingen wonen tegen het zuiden van het land Kanan. 14) Amalekieten Dezen waren van de nakomelingen van Ezau, welken God Saul geboden had geheellijk uit te roeien en te verdelgen. Doch hij heeft enigen laten overblijven, tegen welken David hier den oorlog voert. 15) deze zijn van ouds geweest Te weten, de Gesurieten en Girzieten. Dezen hebben eertijds het land Kanan bewoond. 16) des lands, Te weten, van het Joodse land, beide aan deze en gene zijde der Jordaan.
Copyright information for
DutKant