1 Samuel 28:6

12) vraagde den HEERE;

Te weten, door enigen profeet, want Abjathar was dezen tijd bij David, met den efod, waar de urim en thummim, door welke men den Heere vraagde, in waren. Zie boven, 1 Sam. 23:6, en 1 Sam. 30:7.

1Sa 23.6 30.7

13) noch door

In het Hebreeuws staat voor noch driemaal ook. Waarop men moet verstaan het woordje niet, uit het voorgaande, hetwelk tezamen zoveel is als noch.

14) dromen,

Zie Num. 12:6.

Nu 12.6

15) de urim,

Zie Num. 27:21.

Nu 27.21

16) door de profeten.

Dat is, noch door gewoonlijke, noch op een bijzondere wijze.

Copyright information for DutKant