1 Samuel 4:2

4) de strijd uitspreidde,

Dat is, de krijgslieden die streden. Hij wil zeggen, wanneer nu al de benden en compagnie‰n beiderzijds aan elkander gekomen waren om te vechten, zo sloegen zij, enz.

5) zij sloegen

Te weten, de Filistijnen.

6) in de slagorden

Hij wil zeggen, gedurende den slag, toen de beide legers nog in hun slagorden stonden.

1 Samuel 4:10

13) zijn tenten;

Dat is, in zijn huis, gelijk onder, 1 Sam. 13:2, en 1 Kon. 12:16, enz.

1Sa 13.2 1Ki 12.16

14) nederlaag,

Hebreeuws, slag.

Copyright information for DutKant