1 Samuel 8:5

6) gij zijt oud geworden,

En derhalve kunt gij de landen en steden niet meer doorreizen, gelijk gij tot nog toe gedaan hebt.

7) te richten,

Dat is, te regeren, te weten, met koninklijke autoriteit.

8) al de volken [hebben].

Dat is, meest allen, want er waren ook enige onder de heidense nati‰n, die geen koningen, maar vorsten hadden.

1 Samuel 8:7

11) Hoor naar de stem des volks

Dit heeft de Heere in toorn gezegd, gelijk Hosea betuigt, Hos. 13:11.

Ho 13.11

12) u niet verworpen,

Dat is, u niet alleen; want zij hebben Samuel ook verworpen, gelijk ook te zien is 1 Sam. 8:8. Zie gelijke manier van spreken Gen. 32:28.

1Sa 8.8 Ge 32.28

13) Mij verworpen,

Eensdeels, omdat zij mij niet langer voor hun enigen koning hebben willen kennen, maar een anderen onder of nevens mij hebben. Zie onder, 1 Sam. 12:12,19. Anderdeels, omdat zij dat aan mijn goddelijke voorzienigheid niet hebben aanbevelen, welke vorm van regering hen best diende.

1Sa 12.12,19

14) dat Ik geen Koning over hen zal zijn.

Hebreeuws, van over hen te regeren.

1 Samuel 12:19

22) voor uw knechten den HEERE, uw God,

Dat is, voor ons.

Copyright information for DutKant