1 Thessalonians 4:17
38) opgenomen Gr. gerukt, getrokken; namelijk nadat zij zullen veranderd en Zijn verheerlijkt lichaam in een ogenblik tijds gelijkvormig gemaakt zijn; 1 Cor. 15:51; Filipp. 3:20, Filipp. 3:21. 1Co 15.51 Php 3.20,21 39) in de wolken Die namelijk als een wagen zullen zijn, waardoor zij tot Christus in de lucht opgevoerd zullen worden, gelijk van Elia gezegd wordt, 2 Kon. 2:11, en van Christus zelf, Hand. 1:9. 2Ki 2.11 Ac 1.9 40) in de lucht Namelijk waar Hij Zijn gericht zal houden, voor de ogen aller mensen, die door de engelen zullen bijeengebracht zijn tot Zijne rechter- en tot Zijne linkerhand. Zie Matth. 25:31, enz.; Openb. 1:7. Mt 25.31 Re 1.7 41) met den Heere Namelijk Christus Jezus in den hemel; Joh. 14:2, Joh. 14:3. Joh 14.2,3 1 Timothy 3:16
35) de verborgenheid der Zo noemt de apostel de leer des Evangelies, gelijk hiervoor, 1 Tim. 3:9, de verborgenheid des geloofs, waarvan hij een korte som in de volgende woorden voorstelt. 1Ti 3.9 36) God is Dat is, de eeuwige Zoon Gods, gelijk dit woord God ook voor God den Zoon gebruikt wordt; Joh. 1:1; Hand. 20:28; Rom. 9:5; 1 Joh. 5:20, en elders. Joh 1.1 Ac 20.28 Ro 9.5 1Jo 5.20 37) geopenbaard Dat is, is mens geworden, en heeft door woorden en werken Zijn godheid bekend gemaakt. Zie Luk. 24:19; Joh. 1:14. Lu 24.19 Joh 1.14 38) in het vlees, is Dat is, in de menselijke natuur, die door Hem in enigheid des persoons is aangenomen, gelijk Joh. 1:14; Rom. 1:3; Hebr. 2:14. Joh 1.14 Ro 1.3 Heb 2.14 39) gerechtvaardigd Voor onschuldig en rechtvaardig erkend, gelijk Matth. 11:19; Luk. 7:29; Rom. 3:4. Mt 11.19 Lu 7.29 Ro 3.4 40) in den Geest, Of door den Geest. Hetwelk te verstaan is van de Goddelijke natuur van Christus, waardoor Hij Zichzelf uit de doden heeft verwekt, en volgens dien ook bewezen rechtvaardig en onschuldig te zijn, hoewel Hij door de Joden en heidenen voor schuldig was veroordeeld. Enigen nemen het voor de gaven des Heiligen Geestes, die Hij na Zijn verrijzenis op Zijn discipelen en andere gelovigen heeft uitgestort. Dit komt met Paulus' doel niet overeen, daar deze gaven des Heiligen Geestes eerst na Christus' verheerlijking zijn gegeven, waarvan hij in het laatste lid spreekt, en wordt ook het eerste met dergelijke wijze van spreken bevestigd; Rom. 1:4; 1 Petr. 3:18. Ro 1.4 1Pe 3.18 41) van de engelen, Namelijk als Zijn dienaars en boden, zo in Zijn geboorte, Luk. 2:13, als in Zijn verzoeking, Matth. 4:11, in Zijn lijden, Luk. 22:43, en in Zijn opstanding en hemelvaart, Luk. 24:4; Hand. 1:10. Lu 2.13 Mt 4.11 Lu 22.43 24.4 Ac 1.10 42) in de wereld, is Dat is, onder alle volken der wereld, zowel heidenen als Joden; Rom. 10:18; Col. 1:6. Ro 10.18 Col 1.6 43) opgenomen in heerlijkheid. Namelijk ter rechterhand Zijns Vaders, vanwaar Hij de gaven Zijns Geestes in Zijn gemeente heeft uitgestort, en door krachten en wonderen Zijn heerlijkheid heeft betoond; Mark. 16:19,20; Hand. 1:2,8, en Hand. 2:33, enz. Mr 16.19,20 Ac 1.2,8 2.33 Hebrews 3:10
27) dwalen zij met het hart, Dat is, keren zich als dwalende mensen van mij af, en van de gehoorzaamheid, die zij mij schuldig zijn. 28) Mijn wegen Dat is mijn geboden, die Ik hun gegeven heb, en mijn weldaden, die Ik hun gedaan heb. 29) niet gekend. Dat is, niet ter harte genomen; of, in hun kennis die niet gezocht te houden, om die behoorlijk te erkennen en waar te nemen.
Copyright information for
DutKant