1 Timothy 1:9

24) den rechtvaardigen

Dat is, dien die, door het geloof in Christus gerechtvaardigd en door Zijnen Geest geheiligd zijnde, gaarne en gewillig God dienen en gehoorzamen.

25) de wet niet is gezet,

Namelijk om deze te veroordelen, of met hare dreigende macht te verslaan, of uit vrees van straf, alleen tot gehoorzaamheid te dwingen. Zie Rom. 6:14, en Rom. 7:6.

Ro 6.14 7.6

26) den zondaren, den

Dat is, die hun werk van zondigen maken, of met lust in de zonden voortgaan, gelijk Ps. 1:1; Joh. 9:31.

Ps 1.1 Joh 9.31
Copyright information for DutKant