1 Timothy 3:6-7

14) nieuweling, opdat

Grieks neophytos; hetwelk betekent nieuw geplant; dat is, die kort tevoren tot het geloof of tot de gemeente zich heeft begeven.

15) opgeblazen worde,

Namelijk door gedachte van grote wijsheid, die hij zou menen te hebben, wanneer hij zo spoedig tot het leerambt zou zijn bevorderd.

16) en in het oordeel

Dat is, in zulk oordeel waarin de duivel gevallen is, toen hij zich over zijn wijsheid, pas geschapen zijnde, tegen God heeft willen verheffen. Anderen nemen hier het Griekse woord diabolos voor een lasteraar, gelijk het eigenlijk betekent en gebruikt wordt in 1 Tim. 3:11, en 2 Tim. 3:3, en verklaren het aldus: opdat hij zich zelf verheffende, niet valle in het oordeel of beschuldiging des lasteraars, tot verkleining en ergernis van Christus' gemeente, gelijk in 1 Tim. 3:7 ook wordt gesproken.

1Ti 3.11 2Ti 3.3 1Ti 3.7
17) die buiten zijn,

Dat is, nog vreemd zijn van gemeente, gelijk 1 Cor. 5:12.

1Co 5.12

18) smaadheid, en

Of verachting; namelijk bij degenen, waaronder hij tevoren lichtvaardig of onrechtvaardig verkeerd mocht hebben, zo hij met een volgend goed leven, nu gelovig geworden zijnde, het een tijd lang niet heeft verbeterd en bedekt.

19) [in] den strik des

Of struik des lasteraars; gelijk 1 Tim. 3:6, waardoor sommigen verstaan enige kleinmoedigheid, die hem daardoor zou mogen overkomen, als een strik over zijne ziel; anderen, zulke versmaadheid, waardoor hij als met een strik van den duivel zou belet zijn de gemeente in dit zijn beroep behoorlijk te stichten.

1Ti 3.6
Copyright information for DutKant