1 Timothy 4:16

31) uzelven behouden,

Namelijk door het woord, als een instrument en dienaar van Christus, in wien het woord der verzoening is gelegd, 2 Cor. 5:19; zo nochtans, dat noch die plant iets is noch die nat maakt, maar God die den wasdom geeft; 1 Cor. 3:7.

2Co 5.19 1Co 3.7

2 Timothy 4:2

7) Predik

Dit woord betekent eigenlijk met luider stem, gelijk de uitroepers, iets verkondigen. Zie Jes. 40:9.

Isa 40.9

8) het woord;

Namelijk des Evangelies.

9) houd aan

Grieks sta aan; namelijk met gedurig leren en vermanen.

10) tijdelijk,

Dat is, wanneer daartoe goede gelegenheid is, zonder die te verzuimen; Spreuk. 25:11.

Pr 25.11

11) ontijdelijk;

Daarmede wil Paulus niet zeggen, dat Timotheus en andere predikers onbeleefdheid zouden gebruiken, maar dat zij gedurig en ijverig moeten aanhouden, zonder enigen tijd of gelegenheid te verzuimen, hoewel het, •f hun zelf zo wel niet te pas komt, •f somtijds ook de toehoorders zouden menen, dat het hun niet wel gelegen is de vermaningen te horen.

12) wederleg,

Namelijk de dwalingen dergenen, die de waarheid nog niet weten of niet toestaan.

13) bestraf,

Namelijk degenen die kwaad en ongeregeld van leven zijn.

14) vermaan

Namelijk tot oefening van alle christelijke deugden. Of vertroost; namelijk alle zwakke en bedroefde mensen.

15) in alle lankmoedigheid

Dat is, zonder hevigheid of bitterheid, verdragende geduldig der mensen onverstand en onbescheidenheid. Zie Gal. 6:1; 2 Tim. 2:24.

Ga 6.1 2Ti 2.24

16) leer.

Dat is, zo, dat de hoofdstukken der leer altijd klaar en duidelijk voorgedragen worden.

Copyright information for DutKant