1 Timothy 5:16

30) weduwen heeft, dat die haar

Namelijk in hun geslacht of onder hunne voorouders; versta, zo zij de middelen hebben om zulks te kunnen doen.

31) zij degenen, die

Namelijk de gemeente.

32) waarlijk weduwen zijn,

Dat is, zonder volwassen kinderen of kindskinderen, en van alle vrienden en hulp verlaten, gelijk 1 Tim. 5:5.

1Ti 5.5

James 5:20

69) een ziel

Namelijk des dwalenden; Jud.:23.

70) van den dood zal

Namelijk van den eeuwigen dood.

71) behouden, en

Namelijk als een werktuig zijnde van deze behoudenis. Zie dergelijke 1 Tim. 4:16.

1Ti 4.16

72) der zonden zal

Namelijk des afgedwaalden.

73) bedekken.

Dat is, zal het daartoe brengen, dat God de zonden des afgedwaalden bedekken en hem niet toerekenen zal; en ook dat zijn zonden bij de mensen vergeten en vergeven zullen worden.

Copyright information for DutKant