1 Timothy 6:16

27) een ontoegankelijk licht bewoont;

Dat is, een volmaaktheid en heerlijkheid in zichzelf bezit, die niemand kan begrijpen, gelijk het woord licht ook genomen wordt; 1 Joh. 1:5, enz.

1Jo 1.5

28) gezien heeft, noch zien kan;

Namelijk met het oog des lichaams, dewijl hij een geestelijk wezen is, gelijk hij daarom onzienlijk genaamd wordt; 1 Tim. 1:17. Zie ook Joh. 1:18, en 1 Joh. 4:20.

1Ti 1.17 Joh 1.18 1Jo 4.20
Copyright information for DutKant