1 Timothy 6:17
29) wereld, dat zij niet hoogmoedig Grieks eeuw. 30) alle dingen rijkelijk verleent, Zelfs ook de rijkdommen. 31) om te genieten; Grieks tot genieting; namelijk met dankbaarheid en matigheid. Zie Deut. 8:10, enz. De 8.101 Peter 1:3
11) Geloofd zij Grieks gezegend; gelijk Ef. 1:3. Eph 1.3 12) de God en Vader Zie hiervan 1 Cor. 15:24. 1Co 15.24 13) ons heeft wedergeboren, Dat is, door zijn Geest vernieuwd of van de verdorvenheid onzer eerste geboorte en van de heerschappij der inwonende zonde verlost. Zie Joh. 3:5,6; Rom. 6:11, enz. Joh 3.5,6 Ro 6.11 14) een levende hoop, Dat is, een hoop des eeuwigen levens of ene levendmakende hoop, een hoop die in ons wakker en vast is en alle zwarigheden overwint, waaronder ook het geloof, waaruit deze hoop ontstaat, wordt begrepen. 15) door de opstanding De apostel schrijft hier onze wedergeboorte aan de opstanding van Christus toe, niet om Zijn dood uit te sluiten, want daardoor zijn wij met God verzoend, en door de kracht van deze dood is onze oude mens ook gedood; maar omdat deze verzoening ons door Christus' opstanding wordt toegeigend, en de nieuwe mens in ons wordt verwekt, gelijk Paulus Rom. 6:4, en vervolgens breder verklaart. Zie ook de aantekeningen op Rom. 4:25. Ro 6.4 4.25
Copyright information for
DutKant